Ach ja, 2013 werd toen het jaar van de bekentenis. De dopingjaren waren toen net achter de rug. Na het Grote Zwijgen kwam toen het Grote Bekennen.

Bekennen? Iedereen deed het in die daarop volgende jaren. Het maakte niet zoveel uit of je nu een grote renner of een knecht was geweest: als je maar iets had om te bekennen. Eigenlijk deed je in die jaren niet echt mee als ex-renner als je niet bekende. Het schijnt zelfs zo te zijn dat renners dopegebruik verzonnen om maar wat te bekennen. In het wielrennen weet je nooit iets zeker. Zelfs nu in 2030 niet.

De bekentenisjaren werden ingezet door ene Lance Armstrong. Hij had in zijn glorietijd zeven keer de Tour de France, in die tijd de grootste wielerwedstrijd op het Europese continent, gewonnen. Zijn bekentenis deed hij in een marathoninterview met tv-personality Oprah Winfrey, die later de Wilfred Genee van de VS zou worden genoemd.

De biecht van deze Armstrong, die met een simpele ja-nee vragenreeks was ingestudeerd, maakte veel los. Behalve nieuwe bekentenissen van wielrenners werd ook een brandkraan vol meningen open gezet. Iedereen vond wel iets van Lance Armstrong of het interview of het wielrennen in zijn geheel.

Zelfs collega-acteurs van Armstrong en andere Bekende Mensen gaven graag hun mening over de biechteling. Die reacties verschilden van “teleurgesteld” tot “diep teleurgesteld” en “boos”, “wat een arrogante vent”. Er was zelfs een bescheiden oud-tvpresentator die zijn mening op het ja-nee-systeem toespitste. “Kijk, ze gebruikte ons antwoord format!”

In die dagen na 18 januari 2013 kwam het erop neer dat je een mening moest hebben over Lance Armstrong. Anders deed je net als de renners die bleven ontkennen niet mee. Die meningen werden als sneeuwblazers op de ‘social media’ geventileerd of op obscure blogs in stukjes in de tweede persoon aan Lance of in retroperspectief vanuit een vreemd toekomstbeeld. Iedereen deed het.

Het meest opvallende aan die tijd was wel dat gedacht werd dat doping het probleem was. Nu, 17 jaar later, weten we wel beter. De wielersport is nu uit onze handen geglipt. Vroeger kon je nog naar een wielerkoers in de buurt langs de hekken gaan staan, dat is – tenzij je van woestijnzand of Chinese smog houdt – ondenkbaar geworden sinds het Grote Geld zijn weg naar het wielrennen heeft gevonden.

Eerder werd in Europa al gedacht dat het grote geld voor het wielrennen gevonden was, maar die miljoenen waren slechts doffe stuivers vergeleken bij de blinkende gouden duiten uit Qatar en omstreken. Na het WK 2016 in Qatar is alles veranderd. De Qatari hebben nu het wielrennen in hun oliehanden. De Tour, de Giro en de Vuelta beginnen nu standaard met twee weken fietsen in Qatar, Bahrein, Oman of de Verenigde Arabische Emiraten. De laatste week wordt vanuit toeristisch oogpunt gebruikt om Frankrijk, ItaliĆ« en Spanje aan rijken in het Midden-Oosten te tonen. En dan is er nog de vijfweekse Ronde van China, onder renners beter bekend als de Ronde van de Smog’.

De macht in het wielrennen is verschoven naar de Nieuwe Wielerwereld. Toen wij in Europa twijfelden over de toekomst van het wielrennen en duikelden over elkaars mening hebben de Qatari en de Chinezen een coup op ons wielrennen gepleegd. De macht lag immers voor het oprapen.

En wij maar denken in 2013 dat doping het probleem was.

photo credit: globally homeless via photopin cc