De afgelopen zeven maanden was ik hoofdredacteur van het blad Triathlon Sport, het bondsblad van de Nederlandse Triathlon Bond. Eén van mijn taken was de coverkeuze. Voor het maartnummer koos ik voor de hiernaast staande foto. Mijn voorwoord ging daar ook over:
De cover van dit nummer lijkt misschien wat ongewoon. Ik heb niet alle jaargangen van Triathlon Sport bekeken, maar meestal prijkt op de voorkant van dit blad het beeld van de triatleet zoals we dat allemaal kennen: strak pak, strakke blik, strakke benen. Van de man op de cover van deze maand kunnen we dat laatste moeilijk zeggen. De foto is daarin weinig verhullend. Toch is het wel overduidelijk een triatleet. Door het tegenlicht is hij bijna een zwarte schim geworden, maar de strakke lijnen maken ook een wetsuit zichtbaar. Het pak is over de stomp van het rechterbeen nog iets opgestroopt, waardoor de gele badmuts nog even kan blijven hangen. Hij kijkt vanaf het strand nog even uit over de ‘Ventura Cove’, een baai voor de kust van San Diego. De spanning die hij voelt is hetzelfde als de agegroupers en elite-atleten.
Sinds triathlon door een sterke lobby van de ITU aan het programma van de Parlympische Spelen van 2016 is toegevoegd, staat de internationale triathlonbond voorop om de paratriatleten als leden van de triathlonfamilie te omarmen. Dat is bijzonder. Waar in andere sporten de paralympische sport nog als iets aparts wordt gezien, doet de ITU er juist alles aan om de paratriatleten zoveel mogelijk in de sport te laten integreren. Ook in de waterval van facebookberichten neemt de ITU foto’s van paratriatleten mee, en dan niet om medelijden op te wekken. Mijn aandacht werd bijvoorbeeld getrokken door een foto van een jongetje met twee onderbeenprotheses. In het bijschrift schreef de ITU dat er na het zien van de foto eigenlijk geen reden meer was waarom niet iedereen aan triathlon kan doen. Zo wordt dat jongetje gelijk een inspiratiebron voor de hele triathlonsport gemaakt. Waarom ook niet?
Bas de Bruin, bondscoach voor de Paratriathlon, zegt in het interview in dit nummer dat hij geen verschil meer ervaart tussen paratriathlon en ‘valide triathlon’. Hij noemt paratriathlon ‘triathlon met snufjes’. Dat is triathlon in het kwadraat. Het enige verschil in de twee takken van triathlon is de manier hoe de wedstrijden worden gedaan. Een paratriatleet gebruikt een prothese, handbike of bij slechtziende en blinde paratriatleten een begeleider. De volgorde van de drie sporten blijft gelijk. Nog belangrijker: de ervaring van de sporters is niet anders. Sporters met een beperking die een doel in sport halen, kunnen daar heel veel erkenning en zelfvertrouwen uit krijgen. Iets vinden waar je goed in blijkt te zijn, daar gaat het uiteindelijk om. Toevallig of niet zegt Hanneke Boer in het tweede interview in dit nummer dat zij ook meer zelfvertrouwen heeft gekregen doordat ze haar talent voor triathlon ontdekte. Dat is wat sport kan betekenen. Of je nu strakke benen of strakke blades hebt. Zo ongewoon is die cover dus niet.