De verveling slaat toe: Vos alweer wereldkampioen veldrijden. Alweer was ze oppermachtig. Het zou de sport goed doen als het voor Marianne Vos iets moeilijker wordt gemaakt. Dit kan zo niet langer. Voor de Brabantse moeten onderhand ook nieuwe uitdagingen worden gezocht.

Het veldrijden heeft voor Vos een uitvinding nodig als de hartvormige komkommer. De komkommer staat toch voor zo’n beetje alles wat saai en niksig is. De komkommer smaakt ook nog eens nergens naar. De komkommertijd, die als we willen het hele jaar kan duren, heeft het imago van deze frisse groente ook geen goed gedaan. Maar gelukkig is daar de hartvormige komkommer. Een stukje vrolijkheid in de salade, zoals Appie Heijn het noemt.

Nu heeft het veldrijden geen ‘stukje vrolijkheid’ nodig, maar eerder een serieus extra wedstrijdelement. Voor Vos alleen uiteraard. Na haar zesde wereldtitel in het veld deed een verslaggever zondag al een aardige voorzet: Vos had een dag later haar WK al ‘waterfietsend’ moeten afleggen op het overstroomde parcours van Louisville. Was ze met hetzelfde speelse gemak kampioen geworden. Misschien is de toevoeging van een brandend bos waar ze met een lekkende bidon gevuld met spiritus doorheen crost ook een aardig ideetje.

We weten het van gekkigheid niet meer met Marianne Vos.

Etiketten als ‘fenomeen’, wonderkind’, ‘supertalent’, ‘buitenaards’ lijken op haar al niet meer te blijven plakken. Steeds moet een groter etiket van het stickervelletje getrokken worden. Na haar olympische titel werd al gesproken over de gouden wil van Vos. Als zij iets wil dan verandert het in goud.

Wat wij, niet-kampioenen, niet weten is dat die medailles vaak geen splintertje goud bevatten. In een interview met De Volkskrant over haar prijzenschuur noemde Vos medailles maar lelijke dingen: “Een lintje met een stuk metaal eraan.” Het zou niet vreemd klinken uit de mond van een verzadigde kampioen. Maar dat is Vos nog lang niet. Ze gaf afgelopen weekend aan best nog zo’n gouden medaille in het crossen te willen ophalen.

Het zal haar nog lukken ook. Niet omdat de wetten van de sport op saaiheid zijn geschreven. Vos zal slagen omdat ze haar successen weet te relativeren tot het behalen van ‘een lintje met een stuk metaal eraan’.

Die relativering, op het juiste moment (buiten de race), is haar geheime wapen. Ze ging laatst in een mooie reportage voor de NOS over de zin van het fietsen helemaal los: “Wat is er nu belangrijk aan als eerste over de streep komen?” Ze zei het echt.

Marianne Vos is ook maar gewoon een mens met een uit de hand gelopen hobby. Ze noemt zichzelf in haar twitterbio ook niet voor niets gekscherend “Fulltime-hobby-cyclist”. Laat haar maar lekker fietsen.

Hartvormige komkommers, bah!