Terwijl Ben Johnson in Tilburg naar de voetbalwedstrijd Willem II-Heracles keek, zat ik in een bioscoopzaal in Amsterdam om de belangrijkste 9.79 seconden uit het leven van de Canadese sprinter te zien. Het hele verhaal rond de 100 meter sprint finale van de Olympische Spelen van 1988 in Seoul was knap in beeld gebracht in de documentaire 9.79*.
Dat sterretje achter de eindtijd van Johnson dekt de hele lading van de documentaire. Er was iets met die Johnson. Hij had niet zuiver gelopen. Maar wie wel? Van de acht finalisten in die 100 meter sprint bleven uiteindelijk twee atleten over die niet met doping in verband werden gebracht. En Carl Lewis natuurlijk. De heilige boon van die sprint.
Zijn manager Joe Douglas zei het nog maar eens voor de camera: Carl had echt niks gebruikt. Dat moesten we op de bruine ogen van zijn pupil geloven. Douglas gelooft die ogen in ieder geval nog heilig. Hij heeft fotoboeken vol met foto’s van Carl Lewis. “Als je naar die honderden foto’s kijkt en je kijkt goed naar de ogen van Carl dan weet je genoeg: hij heeft geen doping gebruikt.”
Persoonlijk ben ik dan wel benieuwd hoe de ogen van een dopingzondaar er dan uit zien. Helemaal met bloed doorlopen? Ik hoop in ieder geval dat de dopingcontroleurs van de WADA deze opmerking ook hebben genoteerd. Het is dus allemaal veel simpeler dan wij altijd dachten: een dopinggebruiker herken je gewoon aan zijn blauwe, bruine of van mijn part groene ogen. Afschaffen dus die ingewikkelde en vooral dure dopingcontroles. Iemand met goede ogen, laten we een opticien nemen, is genoeg om te zien of een sporter al dan niet clean is.
Tip voor toekomstig dopingogencontroleurs: let ook op de dollartekens in de ogen van een sporter. Bij Lewis en zijn manager waren ze nog duidelijk te zien in de ogen. Geen sprinter had zoveel verdiend als Lewis, volgens zijn manager. Dat zegt genoeg. Dollars (en andere valuta) zijn nog altijd goede doping in de sport. En meer dollars in het verschiet zijn een mooie motivatie om een beetje vals te spelen. Sport is een serious business. We vergeten dat wel eens omdat het hele randgebeuren om die business (de sport) wel erg vermakelijk is.